Verhalen van Alumni
Kees Jansen
“In onderzoek zet je 3 stappen vooruit en 2 terug”
Kees Jansen werkt vandaag de dag 31 jaar bij het Radboud Universitair Medisch Centrum en heeft dan ook al heel wat jaren labervaring achter de rug. Zijn liefde voor het vak begon zich te vormen tijdens zijn stagetijd bij Organon. Ruim 30 jaar na het behalen van zijn diploma’s, stellen wij Kees enkele vragen over zijn studietijd aan de HLO. Daarnaast vertelt hij over zijn huidige werkzaamheden aan het Radboud UMC.
Het is donderdagochtend als de redactie van HANalyst een ontmoeting heeft met Kees. Als je niet bekend bent bij het Radboud UMC is zijn werkplek erg lastig te vinden. Eenmaal binnen dan is het niet te missen, want de wenteltrap op de afdeling is ontworpen naar de vorm van menselijk DNA en dan weet je meteen dat je goed zit. We bevinden ons op de afdeling Urologie, waar Kees onderzoek verricht.
Welk studiepad heb jij doorlopen, voordat jij bij het Radboud UMC kwam te werken?
“Mijn studieloopbaan is begonnen op de mavo. Dit is even behoorlijk graven in het verleden. Na de mavo ben ik Klinische Chemie gaan studeren, want toen kon dat nog in een voorbereidend jaar. Dit was toen in Etten-Leur. Pas tijdens de studie ben ik erachter gekomen dat deze te veel gericht was op apparatenwerk – je liep letterlijk met gereedschap rond – en dat was niet precies wat ik wilde. Ik voelde veel meer voor onderzoek doen, waarbij het werken met de handen het belangrijkste was. Toen ik eenmaal klaar was met Klinische Chemie, ging ik naar de HLO (toen heette het nog HBO-A en HBO-B) Oss om Biochemie te studeren. Hoewel deze studie veel beter bij mij paste, wist ik eigenlijk pas tijdens mijn stage waar ik nou echt mee bezig was.”
Wat weet je nog over je stage?
Na al die jaren in de schoolbanken is het ook erg leuk om op stage te gaan. Ik kwam terecht bij Organon. Bij Organon heb ik eigenlijk voor het eerst echt kennis gemaakt met dit vakgebied. Als je gaat studeren weet je eigenlijk niet helemaal precies waar je aan begint, maar door mijn tijd bij Organon kreeg ik eindelijk een idee wat ik er mee kon. Mijn stage heeft mij niet alleen als deskundige gevormd, maar heeft ook de basis gelegd voor het uiteindelijke werk wat ik ging doen. Mijn scriptie ging over de invloed van anticoagulantia op de omzetting van protrombine naar trombine. Dit was verder geen baanbrekend onderzoek, maar toch een substantieel onderdeel van een groter geheel. Ik heb er heel veel geleerd. Na mijn stage mocht ik een halfjaar bij Organon blijven werken en heb ik op verschillende projecten gezeten. Niet veel langer daarna ben ik begonnen bij het Radboud. Eerst bij Biochemie, vervolgens Pathologie en nu al weer 21 jaar bij Urologie.
Waar ben jij het meeste trots op in je hele carriere als onderzoeker?
Ik denk dat ik het meeste trots ben dat ik een bijdrage heb kunnen leveren aan proefschriften van verschillende promovendi, zoals onderzoek naar melanomen (huidkanker), prostaat en blaaskanker. Tevens ook functionele urologie (blaasincontinentie). Ik houd mij dan bezig met het ontwikkelen van nieuwe cellijnen en het onderzoeken van de mate van agressiviteit tussen de verschillende tumoren. Mijn bijdrage bestaat uit het kweken van tumorcellijnen en immunologische technieken. Waarbij dan onder andere gekeken wordt naar hoe verschillende antilichamen reageren op (tumor)weefsel en cellijnen. Ook worden er soms “stofjes” toegevoegd om te kijken of die de groei van cellen remmen of vertragen.
Waar verheug jij je het meeste op bij de reünie?
Dat is de makkelijkste vraag die vandaag gesteld is. Ik zou heel graag enkele docenten van mij willen terugzien. Velen van hen zijn al heel lang met pensioen. Het meeste heb ik zin in het weerzien van mijn jaargenoten, want niemand van hen werkt hier in het Radboud. Ik heb nog wel contact met enkele mensen, met sommigen spreek ik nog wel eens af.
Tot slot, wat is jouw advies aan de jonge lichting alumni?
Dit werk is heel mooi, maar je hebt wel een lange adem nodig. Als researcher doe je allerlei experimenten en vaak komt er niet uit wat je verwacht of gehoopt hebt. Of experimenten die je in je hoofd hebt niet kunt realiseren zoals je ze bedacht had.Ik bedoel hiermee dat je als researcher altijd rekening moet houden dat iets niet lukt, of dat de uitkomst van een onderzoek vaker niet het resultaat heeft dan je van te voren had gedacht. Daar moet je tegen kunnen. Denk daarom altijd drie stappen vooruit en zet 2 stappen terug, want je moet gewoon weer opnieuw beginnen. Maar als het dan uitkomt is het echt bijzonder.